De term runtime verwijst naar de periode waarin een programma wordt uitgevoerd (of uitgevoerd) in tegenstelling tot andere fasen van de levenscyclus van een programma.
Runtime begint nadat de broncode is gecompileerd in objectbestanden, de bestanden zijn gekoppeld aan bibliotheken om één uitvoerbaar bestand te produceren, en dit uitvoerbare bestand in het geheugen is geladen, klaar voor uitvoering.